Mag een kind breken met een ouder?

Ethiek of pedagogiek? Never the twain shall meet?


Veronique en Gerrit waren al enige tijd gescheiden toen Marinka, hun middelste kind steeds vaker bij haar vader aankaartte dat Veronique wel erg veel druk op haar uitoefende rond haar schoolprestaties. Iedere keer als ze met een slecht cijfer thuiskwam, kreeg ze een strenge preek over het feit dat ze harder moest werken. En daar werd ze heel zenuwachtig van, waardoor ze hoe hard ze ook studeerde op proefwerken helemaal blokkeerde en juist steeds slechtere cijfers haalde. Toen Gerrit samen met haar naar Veronique ging om dit te bespreken, kwam hij niet veel verder dan de zin: “Marinka wil een tijdje bij Pappa komen wonen.” Veronique ontplofte: “Jij zwakkeling, zie je dan niet dat Marinka je om haar pink wikkelt met haar zielig gedoe. Er is niets aan de hand, behalve dat ze lui is en iemand haar achter haar broek moet zitten. Bij jou weet ze dat dat niet gaat gebeuren.”

Voor Marinka was de maat nu vol, ze gaf aan niet eens meer bij haar moeder te durven wonen en smeekte haar vader haar mee te nemen. Uiteindelijk gaf Gerrit toe en nam haar mee.

De volgende dag probeerde hij nog een keer met Veronique erover te praten en uit te leggen waarom hij het niet met haar eens was dat Marinka een strenge aanpak nodig had. Veronique’s reactie: “Ik ben altijd een goede moeder geweest voor Marinka, ik verdien het niet dat ze zo met me breekt. Jij moet ervoor zorgen dat ze zo snel mogelijk terugkomt.” Enigszins verbaasd dat het gesprek niet ging over wat goed was voor het kind, maar wat de moeder wel of niet verdiende, probeerde hij het gesprek terug te brengen naar wat hij dacht dat de essentie was, te weten wat goed was voor Marinka en de mogelijkheid dat Marinka niet op haar moeder maar op haar vader leek in dit geval en dus eerder faalangstig dan lui was.

Hij kwam er niet tussen. Omdat hij het wel met Veronique eens was dat zij altijd een goede moeder was geweest in de zin dat ze alles met de beste intenties deed, probeerde hij thuisgekomen met Marinka het onderwerp “weer contact met je moeder” aan de orde te stellen. Hij schrok van de paniek die hij in Marinka’s ogen zag oplichten en besloot het onderwerp voorlopig even niet meer aan de orde te stellen en zich in plaats daarvan te richten op herstel van rust en vertrouwen bij zijn dochter. Hij ging met haar mentor en de belangrijkste leraren praten. De school adviseerde haar te laten onderzoeken op faalangst en toen dat inderdaad werd geconstateerd namen ze in overleg met school een aantal maatregelen waardoor Marinka uiteindelijk met een aantal herexamens toch over kon gaan. Hoewel hij al die tijd Veronique op de hoogte hield van de ontwikkelingen en de voortgang, kreeg hij van haar alleen zeer kille reacties. Het leek wel of ze niet geïnteresseerd was in de voortgang van Marinka, maar alleen in de vraag wanneer ze weer terug zou keren of althans weer contact zou maken. Sterker ze verweet hem dat hij daar zijn best niet voor deed.

Toen Marinka na de grote vakantie het nieuwe schooljaar veel beter begon en weer wat vertrouwen leek te krijgen, besloot hij haar weer te gaan aanmoedigen contact met haar moeder te zoeken. Onder de voorwaarde dat ze er niet hoefde te gaan wonen, gaf Marinka uiteindelijk toe en herstelde het contact zich weer enigszins. Tussen Gerrit en Veronique is de verhouding, die voor de breuk met Marinka zeer goed was, nooit meer hersteld.

Voor Veronique was hier sprake van een duidelijk morele kwestie: Een kind hoort respect te hebben voor zijn ouders en kan niet zomaar een ouder verstoten, zolang de ouder zich niet misdragen heeft. Veronique kan bogen op een lange traditie. Zei Confucius niet reeds dat kinderen hun ouders met eerbied moeten behandelen: als kind moet je ze gehoorzamen, en later moet je voor ze zorgen. Zomaar met je ouder breken, terwijl deze je niets heeft misdaan, is in die visie niet toegestaan. Breekt je kind met je en krijgt het de steun van de andere ouder het kind daarbij dan zal de hele wereld aannemen dat je iets vreselijks hebt gedaan. Dus bovenop het verdriet dat je je kind niet ziet stapelt zich ook nog schaamte omdat “men” schande van je spreekt.

Voor Gerrit daarentegen was hier sprake van een puur opvoedkundige aangelegenheid: wat was het beste voor het kind? Dat was voor hem ook gemakkelijker want zijn morele uitgangspunt was dat het belang van het kind altijd gaat voor het belang van de ouder.

Wat had Gerrit anders kunnen doen om Veronique mee te krijgen in zijn visie en aanpak en haar niet het gevoel te geven dat hij haar in de steek had gelaten in een voor haar ethisch gezien zo belangrijke zaak? Daarvoor gaan wij graag te rade bij de Brits-Ghanese filosoof Kwame Anthony Appiah. Hij adviseer ons vaker te proberen een tijd te lopen in de schoenen van de ander. Als Gerrit zich wat meer had verdiept in Veronique, was hij erachter gekomen dat zij als kind behoorlijk ongedisciplineerd was geweest en dat zij maar op het nippertje haar middelbare school had afgemaakt met dank aan haar vader die haar iedere dag achter haar broek zat. Zij zag een duidelijke parallel tussen Marinka nu en haarzelf toen, vooral omdat Marinka ook in andere opzichten op haar leek. Veronique had dan misschien ook meer open kunnen staan voor Gerrits belevenissen op de middelbare school. Gerrit vond school indertijd leuk en haalde goede cijfers ook zonder dat iemand hem achter zijn broek zat. Er was een uitzondering. Voor Frans had hij een bullebak als leraar. Een man die hem bij het minste geringste foutje ongeveer uitschold. Gerrit kon daar zo slecht tegen dat hij helemaal bevroor als hij bijvoorbeeld een Frans proefwerk had. Hoe goed hij ook had geleerd, hij haalde steeds slechtere cijfers. Hij herkende diezelfde “als een konijn in de koplamp” reactie bij Marinka. Misschien hadden ze elkaar nog niet overtuigd met zo een wandeling in elkaars schoenen. Maar ze zouden wel meer open hebben gestaan voor het idee dat er ook andere verklaringen mogelijk zijn dan je eigen. Ze hadden dan samen met de school of een specialist kunnen gaan praten om te vragen hoe deze Marinka’s problemen bezagen. Als Veronique dan vervolgens aan Marinka haar spijt had kunnen betuigen, had uitgelegd waar haar gedrag vandaan was gekomen, dan had hun allebei veel ellende bespaard kunnen blijven.

Utopie of realiteitszin?

Toen ik lid werd van de VVD was dat omdat ik graag wilde dat mijn partij zich meer ging bezighouden met energietransitie en duurzaamheid. Ik wilde dat om twee redenen: omdat het een realiteit is dat de aarde opwarmt, het milieu verontreinigd raakt en grondstoffen als zoet water uitgeput raken als de mens ongegeneerd doorgaat. Tegelijkertijd maakte ik me zorgen om het van realiteitszin ontblote utopiegedrag van partijen als Groen Links. Mijn nachtmerrie was een wereld waarin de overheid met een zeer gedetailleerde, onleefbare regelgeving  mij allerlei quota zou opleggen mbt het aantal kilometers dat ik mag rijden of de hoeveelheid vlees die ik mag eten. Daarbij alle ruimte wegnemend om zelf hier creatief mijn CO2 uitstoot te verminderen op de manier die mij de minste pijn zou kosten.

Gelukkig heeft de VVD volte face gemaakt en het opwarmings- en vervuilingsprobleem naar  zich toegetrokken.

Wat helaas nog niet gebeurd is, is dat de VVD de discussie naar zich toegetrokken heeft en van meer gezond verstand heeft voorzien.

Het is goed utopien te formuleren mbt de uitstoot over tig jaar. Tegelijkertijd moeten we de realiteitszin hebben om plannen te maken die passen bij de realiteit van vandaag. Als we eigenlijk nog geen idee hebben hoe je in oude wijken van het gas af kan raken, laten we dat dan ook nog niet doen. Waarom berekenen we niet wat vandaag het laaghangend fruit is? Wat vandaag het messte resultaat oplevert per euro en wat in ieder geval nuttig is? Bijvoorbeeld alle gebouwen isoleren, openbaar vervoer en fietsen stimuleren, alle daken van zonnepanelen voorzien, etc. et.
En laten we vooral minstens 10% van het te besteden bedrag reserveren voor innovatieve technologien op dit gebied. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: we leveren een bijdrage aan het terugdringen van milieuverontreiniging en we verzekeren onze economische toekomst.

Weg met de slachtofferrol, ook bij ondernemers

Vanochtend was ik naar mijn goede vriend Ab van der Touw, oud-topman van Siemens, aan het luisteren. Bij Buitenhof https://www.vpro.nl/speel~WO_VPRO_15350386~audio-buitenhof-podcast-wel-of-geen-co2-heffing~.html was hij aan het uitleggen waarom we de grootste vervuilers vooral geen CO2-heffing moesten opleggen. Kern van zijn betoog: op Shell na hebben ze allemaal hun hoofdkantoor in het buitenland, dus CO2-heffing betekent dat alle activiteiten naar het buitenland zullen verhuizen en dus verlies van werkgelegenheid, veel werkgelegenheid.

Ik kan er niets aan doen mijn hersenen gingen fast backwards naar eind 19de eeuw. In gedachte zag ik de overgrootvader van Ab van der Touw betogen waarom het dom was van Nederland om maatregelen tegen paardenmestoverlast in steden te nemen. Minder koetsen en karren door paarden getrokken, alle fabrikanten van koetsen en karren zouden naar het buitenland vertrekken evenals alle rijken die zich het genoegen te paard door de stad te rijden niet zouden laten ontnemen. Zoveel werkgelegenheid die daarmee verloren zou gaan.

Ik hoop dat overgrootvader van der Touw Ab even op zijn schouder tikt en hem influistert niet dezelfde fout te maken die hijzelf indertijd heeft gemaakt. Ab je kunt het verleden niet vasthouden. Net als toentertijd de verbrandingsmotor de paardenkracht zou verdrijven en voor veel meer werkgelegenheid zou zorgen, zo staan nu de innovatieve bedrijven met duurzamere technologieën in de coulissen hun opwachting te maken. Zij gaan zorgen voor werkgelegenheid. Op hen gaan we inzetten. En de zwaar vervuilende mastodonten zullen uitsterven als ze zich niet aanpassen. Weg werkgelegenheid.

En voor degenen die lijden aan nostalgitis: de overlast van paardenmest was vele malen erger dan die van verbrandingsmotoren. https://isgeschiedenis.nl/nieuws/grote-paardenmestcrisis-van-1894

Ondernemers, doe niet wat wij VVD’ers de socialisten altijd verwijten: iedereen in de slachtofferrol duwen in plaats van ze aan te moedigen op zoek te gaan naar de mogelijkheden.