Kinneging&Nussbaum

Ik weet het, waar we ons vorige week nog enorm opwonden over Andreas Kinneging of het onderzoek dat de Universiteit Leiden naar hem instelde, zijn zowel Andreas als het onderzoek nu alleen nog maar geschikt om de vis in te verpakken.

Toch inspireert Martha Nussbaum mij om er nog een keer op terug te komen.

Andreas Kinneging is een begenadigd en inspirerend docent. Het feit dat men zich zorgen maakt dat hij studenten indoctrineert met zijn conservatieve ideeën zegt meer over de andere docenten aan de Rechten Faculteit dan over Andreas. Ik krijg bijna de indruk dat er geen docenten zijn met andere ideeën die ook inspirerend zijn. En dat rijmt met het beeld dat opdoemt als je spreekt met mensen uit Academia: onderzoek is alles, onderwijs doe je erbij of besteed je uit.

Martha Nussbaum benadrukt in haar boek “Not for Profit” het belang om studenten aan het begin van hun studie te scholen in een bepaalde levenshouding, een werk- en levensmentaliteit. Nussbaum stelt daartoe voor een propedeuse te introduceren waar studenten met name gedoceerd worden in Socratische pedagogiek en in Sensibilisering tot mededogen.

Bij Socratische pedagogiek denkt Nussbaum aan een vak waar de student leert een kritisch zelfbewustzijn te ontwikkelen, goed leert analyseren en debatteren om zo een autonome geest te worden die in staat is zelfstandig te denken en zich niet meer laat intimideren.

Bij Sensibilisering tot mededogen moet de student leren positioneel te denken, leren de wereld te zien vanuit het standpunt van een ander, zoals Kwame Anthony Appiah zegt “to walk in the others mocassins for a while”.

Als deze vakken in het eerste jaar gedoceerd gaan worden door docenten met een passie voor dat vak, dan hoeft de Universiteit Leiden zich geen zorgen te maken over indoctrinatie met “verkeerde” ideeën ook niet door Andreas.

Leiden kan er natuurlijk ook voor kiezen voortaan alleen nog inspirerende, Sokratisch ingestelde docenten aan te nemen.

Queen’s Gambit meets corona

Vanochtend een interessant gesprek gehad met mijn favoriete horecaman over de vraag waarom de horeca niet open mag terwijl de besmettingscijfers zo duidelijk omlaag gaan. 

Alles draait om de exponentiële groei, deze keer van de Britse variant. Dus met de huidige maatregelen hebben we onze oude vriend, het oorspronkelijke virus onder de r = 1 gekregen. Met andere woorden 1 persoon die besmet is met de eerste variant steekt minder dan één ander persoon. Daarmee zou de virus langzaam moeten uitdoven. Maar wat er aan zit te komen is de exponentiële groei van de Britse variant. Exponentiële groei is contra-intuïtief, daarom hebben we het bekende schaakbord  van Sessa ebn Daher erbij gepakt. Naar verluidt was koning Sheram hem zo dankbaar dat hij hem had leren schaken dat hij hem wilde belonen.  

Sessa vroeg de koning om 1 rijstkorrel (of graankorrel) op het eerste veld van het schaakveld, 2 korrels op het tweede veld, 4 korrels op het derde, 8 korrels op het vierde enz. Op ieder veld dus steeds het dubbele aantal rijstkorrels van het vorige veld, totdat alle velden gevuld waren. De koning begreep aanvankelijk niet waarom Sessa zo’n bescheiden cadeau vroeg. Echter, tegen de tijd dat het 64e vakje gevuld moest worden, bleken er niet genoeg korrels in het land te zijn. Tegenwoordig heet dit exponentiële groei.

Als we rijstkorrels vervangen voor Corona zieken of nog belangrijker mensen die wegens corona in het ic worden opgenomen, dan betekent dat bij een exponentiële groei na 8 weken nog niets. 128 zieken. Waar maken we ons druk over? Maar zonder beperkende maatregelen zijn het er na 16 weken het er bijna 33.000, en in week 18 zijn we al over de 100.00 heen.  In week 25 zitten we op bijna 17 miljoen.

En omdat de Britse variant besmettelijker is, groeit hij sneller. Die Britse variant is pas een week of acht geleden in Nederland geland en dus zien we ‘m nog niet aanzwellen. Zijn groei wordt als het ware gemaskeerd. En wat we niet zien, is er niet. Dat zal over een paar weken anders zijn, dan heeft hij onze oude vriend verdrongen en zonder extra  maatregelen zullen de aantallen weer sterk stijgen. Kortom ik vrees zo wel voor mezelf als voor mijn horecavriend dat de  kroeg nog even gesloten moet blijven. Niet leuk, maar t is wat het is.  

Astra Zeneca heeft veel illustere voorgangers

It takes one to know

Jaren geleden werkte ik bij een groot bedrijf met veel vestigingen door het hele land. Iedere vestiging deed zijn eigen inkoop. Dus besloot de drectie dat centrale inkoop vast tot lagere inkoopprijzen zou leiden. Na uitgebreide onderzoeken en consultaties werd een Centrale Inkoop afdeling opgericht. Voortaan moest inkoop centraal georganiseerd worden. Dat zou enorme inkoopprijsoordelen kunnen opleveren.
Binnen de kortste keren na de oprichting van de Centrale Inkoopafdeling stonden een aantal belangrijke producten op de schaarste lijst. “Er waren steeds maar stakingen bij de fabriek in Duitsland,” aldus de leverancier. En dan weer: ” Er zijn productieproblemen.”


De druk vanuit onze vestigingen werd met de dag groter, we lieten onze directie met hun directie bellen, vroegen naar andere fabrieken, niets hielp.
Achteraf gezien hadden we bij de leverancier in zijn magazijn moeten gaan kijken of bij de fabriek in Duitsland, maar we waren naïef. Heel naïef.
Tot we een medewerker van één van onze vestigingen spraken. Hij was altijd al tegen de oprichting van de Centrale Inkoop Afdeling was geweest. “Wij zijn gewoon betere inkopers dan jullie.” “Hoezo?” vroegen wij “Nou al die producten die jullie op schaarste hebben staan, die hebben wij ruim op voorraad liggen in ons lokale magazijn.”


Verbijstering sloeg toe bij ons tot een slimmerik vroeg aan de medewerker: “wat hebben jullie ervoor betaald?”
Bleek de lokale vestiging gemiddeld drie keer de prijs te betalen die wij als centrale inkoopafdeling hadden bedongen!


Iedere keer als ik lees over de “problemen” bij Astra Zeneca, moet ik aan de wijze lessen denken die wij toen geleerd hebben.