Utopie of realiteitszin?

Toen ik lid werd van de VVD was dat omdat ik graag wilde dat mijn partij zich meer ging bezighouden met energietransitie en duurzaamheid. Ik wilde dat om twee redenen: omdat het een realiteit is dat de aarde opwarmt, het milieu verontreinigd raakt en grondstoffen als zoet water uitgeput raken als de mens ongegeneerd doorgaat. Tegelijkertijd maakte ik me zorgen om het van realiteitszin ontblote utopiegedrag van partijen als Groen Links. Mijn nachtmerrie was een wereld waarin de overheid met een zeer gedetailleerde, onleefbare regelgeving  mij allerlei quota zou opleggen mbt het aantal kilometers dat ik mag rijden of de hoeveelheid vlees die ik mag eten. Daarbij alle ruimte wegnemend om zelf hier creatief mijn CO2 uitstoot te verminderen op de manier die mij de minste pijn zou kosten.

Gelukkig heeft de VVD volte face gemaakt en het opwarmings- en vervuilingsprobleem naar  zich toegetrokken.

Wat helaas nog niet gebeurd is, is dat de VVD de discussie naar zich toegetrokken heeft en van meer gezond verstand heeft voorzien.

Het is goed utopien te formuleren mbt de uitstoot over tig jaar. Tegelijkertijd moeten we de realiteitszin hebben om plannen te maken die passen bij de realiteit van vandaag. Als we eigenlijk nog geen idee hebben hoe je in oude wijken van het gas af kan raken, laten we dat dan ook nog niet doen. Waarom berekenen we niet wat vandaag het laaghangend fruit is? Wat vandaag het messte resultaat oplevert per euro en wat in ieder geval nuttig is? Bijvoorbeeld alle gebouwen isoleren, openbaar vervoer en fietsen stimuleren, alle daken van zonnepanelen voorzien, etc. et.
En laten we vooral minstens 10% van het te besteden bedrag reserveren voor innovatieve technologien op dit gebied. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: we leveren een bijdrage aan het terugdringen van milieuverontreiniging en we verzekeren onze economische toekomst.